1 Maar ach, wat zijn er weinig die het geloven! Wie zal luisteren? Aan wie zal God Zijn reddende macht openbaren?
2 In Gods ogen was Hij een groene scheut, die groeide aan een wortel in droge en onvruchtbare grond. Maar in onze ogen had Hij niets aantrekkelijks. Niets dat maakte dat wij Hem graag wilden aanvaarden.
3 Wij verafschuwden en verachtten Hem, een man van zorgen, vertrouwd met het bitterste verdriet. Wij keerden Hem de rug toe en keken de andere kant op als Hij langs kwam. Hij werd veracht en dat deed ons niets.
4 Maar het was ons leed dat Hij droeg, ons lijden drukte Hem neer. Wij dachten dat Zijn lijden een straf van God was voor Zijn eigen zonden!
5 Maar Hij werd doorstoken en verbrijzeld terwille van onze zonden. Hij werd zwaar gestraft zodat wij vrede konden hebben; Hij werd geslagen en daardoor werden wij genezen!
6 Wij zijn het, die als schapen afdwaalden! Wij verlieten Gods paden en gingen onze eigen weg. Desondanks legde God de schuld en zonden van ons allen op Hem!
7 Hij werd in een hoek gedreven en mishandeld, maar zei geen woord. Hij werd als een lam naar de slachtbank geleid; zoals een schaap onder het scheren geen geluid maakt, stond ook Hij zwijgend voor degenen die Hem veroordeelden.8 Vanuit de angst en de benauwdheid werd Hij bevrijd. Wie zal Zijn leeftijd kunnen bepalen? Hij werd immers afgesneden van het leven? Maar wie van al die mensen realiseerde zich toen dat het hun zonden waren, waarvoor Hij stierf? Dat Hij hun straf op Zich nam?
9 Men had Hem als misdadiger willen begraven, maar Hij werd gelegd in het graf van een rijke; omdat Hij niets had misdaan, nooit een verkeerd woord had gezegd en in Hem geen onrecht werd gevonden.
10 Maar het was de bedoeling van de HERE dat Hij werd verbrijzeld en met verdriet overladen. Wanneer Hij Zijn leven heeft geofferd voor de zonde, zal Hij talloze nakomelingen krijgen; vele erfgenamen. Hij zal opnieuw leven en Gods voornemen zal bij Hem in goede handen zijn.
11 En als Hij ziet wat allemaal is bereikt door Zijn zware lijden, zal Hij voldoening smaken. Door wat Hij heeft ondervonden, zal mijn rechtvaardige dienaar vele mensen rechtvaardig maken in de ogen van God, want Hij zal al hun zonden dragen.
12 Daarom zal Ik Hem de eerbewijzen geven van iemand, die machtig is en hoog in aanzien staat; want Hij heeft zichzelf in de dood gegeven. Hij werd beschouwd als een zondaar, maar droeg de zonden van velen. Hij pleitte bij God voor overtreders.
Op welke persoon zouden deze woorden betrekking hebben en op wie doelde Jesaja, de profeet van Israël? Wie is ’t die zo’n onmogelijke taak kreeg opgedragen?
Jesaja had deze profetische boodschap opgetekend zo’n 700 jaar vóór de geboorte van Jezus Christus en deze profetie is terug te vinden in de Bijbel, in het boek Jesaja, hoodstuk 53. En alles wat de profeet verwoordde had betrekking op deze Jezus. Hij zou komen als Redder van deze wereld maar zijn ‘redding’ zou gepaard gaan met veel lijden en een ongekende zelfopoffering.
Een lijden dat onmenselijk en ondraaglijk was maar volledig paste in het plan van God.
Een plan dat voorzag in de redding van alle mensen die bereid zouden zijn te geloven in de goede bedoelingen van de God, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Deze God heeft zoveel liefde voor deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon, Jezus Christus, gegeven heeft, zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.
De Bijbel laat ons weten dat het lijden van Jezus Christus uiteindelijk werd beëindigd doordat Hij stierf aan het kruis op de heuvel Golgotha bij de stad Jeruzalem. En dat Hij op de derde dag ná Zijn sterven was opgestaan uit de dood!
Dit feit vieren de volgelingen van Jezus Christus als het Paasfeest.
De Redder van deze wereld overwon de macht van de zonde en die van de dood door geheel vrijwillig de zonde op zich te nemen (lijden) en zich over te geven in de dood. Maar door de opstanding uit de dood had Jezus uiteindelijk zonde én dood overwonnen!
W.L.van Dongen, pastor van het Chr.Centrum de Banier.