(Uitspraak van Corrie ten Boom)
Jaren geleden, begin jaren ’60, was ik op een conferentie waar een zekere Corrie ten Boom sprak. Een wat oudere dame met de grijze haren samengevoegd in een soort van grote knot dat als een kroon haar hoofd tooide. Wat mij opviel aan haar verschijning was de stralende ogen en de manier van spreken. Met zachte maar goed verstaanbare stem bracht zij een boodschap uit de Bijbel. In die tijd waren het doorgaans mannelijke predikers die hun Bijbelse boodschap brachten in de samenkomsten of op straat tijdens evangelisatie campagnes. Het was dus even wennen om te luisteren naar een vrouwelijke prediker op een speciale bijeenkomst en dus niet in een ‘kerkdienst’, want dat was ontoelaatbaar voor sommige voorgangers, die vonden dat een vrouw ‘niet hoort te spreken in de gemeente’.
Corrie ten Boom kreeg bekendheid vlak ná de tweede wereldoorlog vanwege het verzet tegen de bezetters en door samen met haar vader en zus vele Joden, verzetsstrijders en vluchtelingen bij haar thuis (in Haarlem) onder te brengen en hun zó uit handen te houden van de Duitse bezetters. Maar een jaar vóór het einde van de oorlog werd zij echter verraden en gevangen genomen. Via het kamp Vught kwam zij in het concentratiekamp Ravensbrück terecht, waar zij een afschuwelijke tijd had doorgemaakt. Haar zus Betsie was al die tijd bij haar maar overleed in het kamp. Corrie werd nog vóór het einde van de oorlog vrijgelaten, als gevolg van een administratieve fout.
Wat mij raakte in de boodschap van Corrie was dat zij op een gegeven moment de uitspraak deed en wel met klem; ‘God heeft géén kleinkinderen!’. Ik spitste mijn oren en moest naderhand er lang over nadenken en Bijbelgedeelten opslaan om goed tot me te laten doordringen wat Corrie bedoelde met haar statement. Al speurend naar haar beweegredenen om te komen tot zo’n uitspraak kwam ik tot de ontdekking dat zij een zeer gevoelige snaar aanraakte in de overtuiging van vele christenen.
In veel kerken is het traditie (gewoonte die van generatie op generatie gaat) dat als je ouders leden zijn van een kerk hun kinderen automatisch behoren tot die kerk en dus ook automatisch christenen zijn en behoren tot de grote familie van God. En het is deze misvatting waar Corrie ten Boom met haar uitspraak; ‘God heeft geen kleinkinderen’ aan de kaak probeert te stellen.
Jezus had zoiets dergelijks willen doen toen Hij op een nacht bezoek kreeg van Nicodemus, een Joodse godsdienstleraar en lid van het Joods Gerechtshof. Een man van aanzien en tevens gezaghebbend in de Joodse leer. In het evangelie naar Johannes hoofdstuk 3 staat geschreven over deze bijzondere ontmoeting.
Nicodemus kwam bij Jezus uit belangstelling en dat is een andere houding dan die van de meeste van zijn mede godsdienstleraren (Farizeeërs). Deze waren doorgaans erop uit om Jezus’ bediening voortdurend te bekritiseren. Jezus merkte meteen dat Nicodemus met een andere instelling bij hem op visite was. En nog vóórdat hij Jezus het een en ander kon vragen, confronteerde Hij Nicodemus meteen met een veelzeggende statement. Jezus zei; ‘Luister goed, wie niet opnieuw geboren wordt, kan het Koninkrijk van God niet ontdekken!’. En als reactie hierop zei Nicodemus; ‘Opnieuw geboren? Hoe kan dat? Iemand kan toch niet voor de tweede keer uit zijn moeders lichaam geboren worden? 5 Jezus antwoordde: ‘Toch is het zoals Ik zeg. Niemand kan het Koninkrijk van God binnengaan, als hij niet geboren wordt uit water en Geest. 6 Uit mensen komt menselijk leven voort, maar uit de Geest van God komt geestelijk leven voort. 7
WEDERGEBOORTE! Dat is de boodschap voor elk mens op aarde. De Bijbel leert ons dat door ‘opnieuw geboren te worden’ wij kinderen van God worden. Het is dus niet door traditie en zelfs niet door een theologische studie met een titel dat je het recht hebt verkregen om je een kind van God te noemen. Het is op basis van je eigen geloofsovertuiging en de werking van de Heilige Geest dat het wonder van de wedergeboorte kan plaatsvinden.
Jezus zei; ‘geboren worden uit water en Geest’. Uit water heeft betrekking op de natuurlijke geboorte van een mens. Een engel wordt niet geboren en kan dus ook niet opnieuw geboren worden. Bij een natuurlijke geboorte van een mens breken eerst de vliezen waardoor het vruchtwater het lichaam van de moeder verlaat en komt het kind ter wereld! Tijdens de vorming van het embryo, mens in wording, geeft God de geest aan het lichaam en ontstaat ook de ziel (emoties, gevoel, denken, reageren). Net zoals bij de schepping van de mens.
Genesis 2:7 Toen vormde de Here God het lichaam van de mens uit stof van de aarde en blies hem de levensadem (geest) in. Zo werd de mens een levend wezen (ziel).
Elk mens wordt geboren met een lichaam (gebeente, vlees en bloed), een geest en een ziel. Gods wonder bij de schepping van de mens herhaalt zich bij elke geboorte van een mens!
Bij de wedergeboorte waar Jezus over had, gaat het niet zozeer over een nieuw lichaam (vlees en bloed) maar eerder over een nieuwe geest en een nieuwe ziel! Hij schenkt de mens een nieuwe geest die in het bestaande lichaam een nieuwe ziel genereert. En Hij doet dat wanneer een mens door de Heilige Geest tot besef van zonden is gekomen en erkent een zondaar te zijn maar vergeving van God ontvangt door te aanvaarden dat Jezus voor zijn zonden is gestorven en hij geen straf voor de zonden hoeft te ondergaan. Het is dus uit genade dat een mens vergeving van zonden kan ontvangen en vandaaruit ook nieuw leven. Jezus zei in Johannes 1:12 Maar allen die Hem (Jezus Christus) wel aanvaard hebben en geloven in zijn Naam, heeft Hij het recht gegeven kinderen van God te worden. 13 Zij worden opnieuw geboren, niet op natuurlijke wijze of vanuit menselijk verlangen of omdat een mens dat wil, maar zij zijn uit God geboren.
En dáár gaat ’t om, zei Jezus! Uit God geboren worden zodat de nieuwe geest met Gods geest is verbonden en de ‘nieuwe mens’ rechtstreeks tot de Vader kan komen, dankzij het volbrachte werk van Jezus aan het kruis van Golgotha.
Sommige gelovigen denken en zeggen zelfs dat God ons heeft ‘geadopteerd’. Maar dat is een grote misvatting. God wil geen adoptieve kinderen en ook geen pleegkinderen, maar EIGEN kinderen! Waardoor de wedergeboren gelovige ervaart dat God voor hem/haar een waarachtige ‘hemelse Vader’ is! Hij/zij ervaart Zijn liefde, ontferming, zorg en bescherming, méér dan een aardse vader die geven kan!
En door die wedergeboorte zal de gelovige te maken krijgen met de ‘oude mens, oude geest en ziel’ die de neiging heeft om zich niet te onderwerpen aan alles wat met God te maken heeft en de ‘nieuwe mens, de nieuwe geest en ziel’ die voortdurend ernaar verlangt om in alles God te gehoorzamen en Hem in alles de eer en dank te geven.
De doop door onderdompeling helpt de gelovige om af te rekenen met die ‘oude mens’ en toe te geven aan de ‘nieuwe mens’ zodat er sprake kan zijn van een ‘geestelijke groei naar volwassenheid’ en dus naar de gelijkenis met Jezus. Daarbij geholpen door de Heilige Geest die naast en in ons wil zijn om Zijn vrucht in ons leven voort te brengen..
Voor gelovige ouders die weten wedergeboren te zijn en kinderen hebben is het van belang dat zij hun kinderen opvoeden ‘in de vreze des Heren’ en ze begeleiden in hun groei en ontwikkeling, zodat ook zij op een zekere dag een persoonlijke ervaring van wedergeboorte kunnen en zullen ondergaan.
En dát is ’t wat Corrie ten Boom bedoelde met haar uitspraak; ‘God heeft géén kleinkinderen!
CCB Founder W.L. van Dongen